Internaten in het katholiek onderwijs willen kinderen en jongeren begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Zij doen dit in direct contact met de school: het internaat draagt ertoe bij dat internen hun leeropdracht kunnen waarmaken. Om zeer uiteenlopende redenen kiezen ouders en jongeren voor internaat als ondersteuning in het leer- en studieproces:

Internaten in het katholiek onderwijs willen kinderen en jongeren begeleiden op hun weg naar volwassenheid. Zij doen dit in direct contact met de school: het internaat draagt ertoe bij dat internen hun leeropdracht kunnen waarmaken. Om zeer uiteenlopende redenen kiezen ouders en jongeren voor internaat als ondersteuning in het leer- en studieproces:

  • Het internaat waarborgt rust en regelmaat. Het biedt een studieomgeving en een studieklimaat en stelt middelen ter beschikking om de leerstof in te oefenen.
  • Jongeren kiezen voor een studierichting die ze in een school van hun keuze op bereikbare afstand niet kunnen volgen. Ook stageopdrachten bemoeilijken vaak het pendelen tussen school en thuis.
  • Andere jongeren rekenen op begeleiding van opvoeders en ondersteuning van leeftijdgenoten.

Een open dialoog met de ouders en een regelmatig contact met thuis stimuleren de werking van het internaat. Hoewel ouders een deel van hun taak aan het internaat delegeren, wensen ze actief te participeren aan dit opvoedingsgebeuren. De specifieke begeleiding van hun kind, alsook het christelijk opvoedingsproject en de wijze waarop dit dag na dag in het internaat gerealiseerd wordt, vormen de basis voor deze dialoog. Een vlot contact met thuis staat mee borg voor een open opvoeding.

Meer en meer bouwen diverse begeleidingsdiensten mee aan het opvoedingsproject van het internaat. Aandacht voor de individuele groei en voor het zich welbevinden van elke intern naast de zorg voor de positieve evolutie van de groep veronderstelt een grote deskundigheid van het opvoedend personeel en overleg met alle betrokkenen.

In het groeien naar volwassenheid is het leren omgaan met anderen van wezenlijk belang. Het internaat biedt kinderen en jongeren de kans om samen met anderen op te groeien: die anderen leren kennen, hen waarderen in hun eigenheid, leren rekening houden met de mogelijkheden en grenzen van iedereen zijn essentiële sociale vaardigheden die in een internaat ontwikkeld worden.

Internen krijgen de kans het samenleven mee op te bouwen. De christelijke waarden die het katholiek onderwijs voorstaat, zijn de basis van deze samenlevingsvorm.

Internaten in het katholiek onderwijs willen alle jongeren die deze extra groeikansen nodig hebben, bereiken. Hun zorg gaat bovendien uit naar die jongeren die, omwille van de gezinssituatie, in hun groei bedreigd zijn. Gekwetste jongeren ondervinden de helende werking van het mogen en kunnen samenleven met anderen op internaat. Om deze laatste doelstelling te realiseren is een brede, dragende, gezonde groep nodig.

Concrete aandachtspunten

Een verantwoord dag- en weekrooster, een jaarprogramma dat parallel loopt met de opbouw van en de hoogtepunten in de schoolkalender, maken het studeren op internaat mogelijk. Naast goed uitgebalanceerde studietijden met ruimte voor differentiatie in het benutten van die studietijd (wie meer tijd nodig heeft, moet meer tijd krijgen, wie met minder studie rondkomt, moet niet nodeloos lang in een studieklas of op zijn kamer zitten) biedt het internaat kans tot zinvolle ontspanning.

Studiebegeleiding is een belangrijke troef in de internaatswerking. Vooral bij de overgang naar het secundair onderwijs verdient het leren studeren veel aandacht. De schoolresultaten worden strikt opgevolgd. In dialoog met school en PMS, maar vooral in samenspraak met de intern zelf, wordt een volgsysteem opgezet en worden begeleidingsstappen afgesproken.

Vrije tijd op internaat veronderstelt creativiteit en soepelheid van het opvoedend personeel en van de hele instelling. Het vrijetijdsaanbod schept ruimte voor de individuele noden en interesses van elke intern en voor initiatieven die het samenleven en de groepsgeest bevorderen. Naast keuzeactiviteiten zowel buiten als binnen het internaat dragen ook groepsactiviteiten ertoe bij dat internen eigen talenten ontdekken en ontwikkelen. Projecten openen hun blik op de wereld en laten hen de vreugde smaken van de inzet voor en met anderen.

Het groepsgebeuren op internaat krijgt veel aandacht. Internen zijn ingedeeld in leefgroepen, zo mogelijk volgens leeftijd. Elke leefgroep wordt begeleid door een vaste opvoeder. Omwille van de heterogeniteit binnen de leefgroep, zowel wat leeftijd, studierichting en interesse betreft als op het vlak van begeleiding, is samenwerking met andere leefgroepen en vooral samenwerking tussen opvoeders een dringende noodzaak.

Internaten kiezen voor het familiemodel. Nabijheid, bekendheid met elkaar en vooral vertrouwensrelaties tekenen de dagdagelijkse omgang met elkaar. Samen met de internen beleven de opvoeders de werkelijkheid: ze verwonderen zich over die dagdagelijkse realiteit, peilen naar wat erachter schuil gaat, zoeken naar de diepere zin ervan. Ze leven zich in in de leefwereld van de jongeren, individueel en als groep, om hen aan te moedigen, te helpen, te stimuleren tot verdere ontwikkeling. Door hun aandachtig nabij zijn, maar ook in gesprek, bezinning en viering, maken ze jongeren gevoelig voor de diepere zin van het leven.

Directie en opvoeders staan voor een boeiende, complexe opdracht. In voortdurend overleg met elkaar en met alle betrokkenen (internen, ouders en school, ook begeleidingsdiensten en externe medewerkers) proberen ze het christelijk opvoedingsproject te realiseren. Dit veronderstelt een sterke werking en de uitbouw van een overlegcultuur binnen het internaat, maar ook participatie in en contact met andere organen. Een realistische uitbouw van het project, dicht bij de werkelijkheid, vraagt voortdurende toetsing, verdieping en aanpassing.

Om kinderen en jongeren op te vangen en te begeleiden, om hen aan hun trekken te laten komen, individueel en in groep, is een moderne infrastructuur nodig. Voor de kleinsten staan zorg en individuele aandacht, spel en spontaneïteit voorop. Pubers en adolescenten hebben deugd aan een groep waar ze af en toe eens kunnen in ondergaan, maar vragen steeds meer individuele ruimte en aandacht. De infrastructuur van het internaat moet een gezond evenwicht tussen groepsleven en privacy waarborgen.